|
Tweede
dag woensdag 22 juli 2002
Om 10.15 uur vertrekken we naar Roncamp. We rijden door Luxeuil-les-Bains, waar de Romeinen, evenals in Plombières Les Bains,
de geneeskrachtige bronnen al wisten te waarderen. Een stad met een rijke geschiedenis: de oude stad is een "monumentaal museum"met de basiliek St. Pierre,
de vroegere abdijkerk uit de 14e eeuw en een kloosterhof uit de 12e eeuw en vele fraaie oude huizen en gebouwen. Deze plaats ligt op 306m. hoogte.
We passeren vervolgens Lure op 293 m.
hoogte, met veel natuurschoon in de uitgestrekte
boslandschappen in de omgeving. Bezienswaardig is de
kerk St. Martin (18e eeuw) met een klokkentoren uit de
15e eeuw, volgens de ANWB-gids.
In Lure ontdekken we ook
een tankstation waar gas (GPL) getankt kan worden, iets
wat in Frankrijk maar bij enkele tankstations het geval
is. Maar ... in Frankrijk gebruikt men een andere
aansluiting en heeft men een verloopnipel nodig om te
kunnen tanken. Met handen en voeten en afbeeldingen en
hulpeloos kijken en gebrabbel probeer ik de madame van
het tankstation duidelijk te maken wat ik nodig heb.
Uiteindelijk begrijpt ze me. Maar ons eigenlijke doel
van deze dag is Roncamp, en wel de "Chapelle
Notre-Dame-du-Haut", op de Colline de Bourlémont. Deze
kerk is in 1955 gebouwd en is door architect Le
Corbusier getekend. Het is dé beroemde kerk van Le
Corbusier en is te vinden in elk geavanceerd kunstboek.
Onze reis naar Frankrijk had ons toevallig vlak bij
Roncamp doen belanden.

Chapelle Notre-Dame-du-Haut
Als we aankomen regent
het. De kerk ligt in een mooi park boven op een heuvel.
Het is de mooiste kerk die ik ooit gezien heb. Binnen in
de kerk valt de kleurkeuze van Le Corbusier op: rood,
geel, blauw en groen, toegepast op grote en kleinere
muur- en plafondvlakken en ook toegepast in de gekleurde
ramen, respectievelijk raampjes. Helaas mag binnen niet
gefotografeerd worden, iets wat we ook respecteren.
Vanuit het regenachtige Roncamp rijden we door naar de
eerstvolgende grotere plaats Belfort, waar we de auto
ergens in een zijstraat parkeren. Het regent gelukkig niet meer en we gaan op zoek naar het centrum, een winkel en het Maison du Tourisme.
We komen terecht in een overdekt winkelcentrum, waar we wat boodschappen doen, die wel de rest van de dag meegesleept moeten worden
(maar dat wisten we toen nog niet).

Een tasje vol met
boodschappen, de hele dag meegesleept.
Bij een broodjeszaak drinken we koffie en delen we een stokbrood gezond: pain complet au jambon of iets dergelijks.
Voorlopig kunnen we er weer tegen en als buiten de zon weer schijnt, besluiten we op zoek te gaan naar het Office du Tourisme. We volgen de wegwijzers te
voet en komen tot de ontdekking, dat we een hele omweg gemaakt hebben: de bewegwijzering is gericht op auto's en het autoverkeer wordt vaak om het centrum
geleid! Als we er uiteindelijk aankomen, zijn we vooral blij met de goedverzorgde WC, folders, een plattegrondje van de stad en ansichtkaarten,
zodat we weten wat in deze stad bezienswaardig is.

Belfort
Via de oude binnenstad
gaan we naar het fort met de leeuw, we zijn tenslotte in
Bel"fort". Het plattegrondje dat we hadden uitgezocht
blijkt niet te kloppen .. tot we tot de ontdekking komen
dat we het stadsplan van Besançon meegenomen hebbeen
i.p.v. Belfort. Dan maar op goed geluk naar de leeuw,
die hoog boven het stadje uittorent. Intussen schijnt de
zon volop en loop ik te zweten in mijn regenkleding.

de leeuw van Belfort
We maken een rondwandeling over de restanten van de
verdedigingswerken van Belfort. De uitgestrektheid en
hoogte van de muren en het fort is imponerend.

De verdedigingswerken van Belfort, bij de pijl de
leeuw!
Belfort was vroeger een zeer sterke vestingstad
in de strategisch zeer belangrijke doorgang tussen de
Jura en de Vogezen. De leeuw symboliseert de dappere
verdediging van Belfort tegen de Pruisen in de oorlog
van 1870-71. Na 1870 werd Belfort een industriestad door
de toeloop van Elzassers, die zich niet konden verenigen
met het Duitse bewind (1871 - 1918)
We nemen de terugweg via de Ballon d'Alsace, de hoogste berg van de Vogezen. Hoe hoger we komen, hoe bewolkter het wordt en uiteindelijk
regent het dat het giet. En dat op die glibberige kronkelwegen met een hoog stijgingspercentage. Van het wijdse panorama - bij helder weer - zien we dan
ook niets. Bij helder weer zouden we achter de ketens van de Jura, het massief van de Mont Blanc hebben kunnen zien, hemelsbreed zo'n 230 km.
We stoppen even op de Col du Ballon (de pashoogte), van waaruit een voetpad omhoog loopt naar de top op 1247 m. hoogte.
Helaas regent het hier te hard om te gaan klimmen.
We dalen 800m af en rijden door tot Remiremont, waar de zon weer door komt. Hier doen we nog wat
boodschappen en zoeken een restaurantje om wat te eten. Daarna een korte wandeling door dit stadje geeft ons het
beeld van een rijk verleden. Het ademt nog enigszins de sfeer van vóór de Revolutie met de arcadengalerijen in de hoofdstraat.
Het stift van Remiremont was steenrijk en machtig. Aan de voormalige stiftkerk is het 18e eeuwse abdissenpaleis vastgebouwd.
Vooral in de 17e en 18e eeuw is er veel verbouwd en veranderd aan de stiftskerk. We zijn er niet binnen geweest.
Na Roncamp kan het alleen maar tegenvallen.
Terug naar de camping, waar we omstreeks half 9 aankomen en nog gezellig buiten bij de tent koffie en rosé drinken.
Ook hier heeft het blijkbaar geregend en een trui komt goed van pas.
We hebben vandaag 175 km gereden, veel gezien, veel gelopen en zéér afwisselend weer gehad.
We besluiten om de volgende dag de tent in te pakken en verder te trekken. Onderweg zullen we dan een bezoekje brengen aan Besançon: op die manier komt het plattegrondje toch nog van pas.
De eerste nacht in de tent hebben we redelijk geslapen, we hopen dat dit nu ook het geval zal zijn en dat we het niet te koud zullen krijgen.
Naar dag 3 >>>
|