HOME

VANDAAG

OOIT

STAP

--5--

DOOS

 
 

 

Op Stap ... trips in Nederland:

Friesland
10 -14 aug 2010
 
 

woensdag - 11 aug 2010 -

dag 2 : Stavoren – Hindeloopen – Balk - Sloten

Om half negen gaan de ogen definitief open en komen we in actie. Zoals dat gaat, vergt een ontbijt in een hotel nogal wat tijd. Vandaar dat het al tegen elven loopt voordat we in onze auto stappen om koers te zetten naar onze doelen voor vandaag: nl de zuid-west-hoek van Friesland, oftewel het Gaasterland: het enige gebied in Friesland waar bos te bespeuren valt.
De Tomtom hebben we zo ingesteld dat hij autosnelwegen vermijdt. Zo toeren we heerlijk door het weidse Friese land.


Het weidse Friese landschap.

Dat is toch wel iets waar we ons over verbazen: de grote, groene uitgestrektheid van het landschap met de statige boerderijen met enorme daken die bijna tot aan de grond reiken.

 
Enorme daken

We kruisen afgelegen, stille dorpen met de gekste namen. Bij het binnenrijden van zo’n dorp staat de naam zowel in het Fries als in het Nederlands. Ook valt de verzorgdheid op, zowel van de wegen, het landschap als ook de huisjes in de dorpen. Het zijn inderdaad huisjes, de meeste zijn erg klein en we begrijpen niet, waarom ze niet groter zijn gebouwd. Een oorzaak zou kunnen zijn, dat de huisjes al erg oud zijn maar mooi opgeknapt, zodat je de ouderdom er niet aan afziet. In nieuwbouwwijken kom je wel grotere huizen tegen. Zeker gisteren hebben we prachtige wijken gezien in Kampen, waar onze Tomtom ons naar verwees toen hij zich vergiste.

Al rijdend door het landschap valt ook op, dat men langs de wegen geen bomen plant, het is allemaal erg kaal. Misschien wel omdat naast de wegen sloten / vaarten lopen (liggen?) en er geen plaats voor is, wordt naast me opgemerkt. Zou kunnen?!
In die vaarten varen bootjes en vaak kruisen die de wegen. Dat betekent dat we nog al eens stop staan omdat de brug openstaat of dat de “brugweg” dwars gedraaid wordt. Dit gebeurt ons 4 keer. Dan sta je een tijdje stil en passeren bootjes met enorm hoge masten. Ook dit is weer iets wat ons erg opvalt en waar we ons over verbazen. Waarom moeten die dingen zo hoog zijn? Uiteraard om veel wind te vangen, maar worden ze niet erg onstabiel met zo’n lange masten? Ook denk ik meteen aan een genoemde smoes (“Meester, de brug stond open!”) die leerlingen bezigden, wanneer ze te laat op school kwamen. Deze smoezen ken ik niet uit eigen ervaring, maar uit overleveringen uit boekjes en films uit streken anders dan vanwaar ik vandaan kom. Nu begrijp ik dat het inderdaad een goed alibi geweest kan zijn, want wanneer je een beetje pech hebt sta je regelmatig stil en dat loopt af en toe aardig in de minuten.


Wachten voor de brug.

We rijden door Echten, maar het lukt ons niet om een foto van het plaatsnamenbord te maken. We passeren het Tjeukemeer aan de zuidkant en zetten koers naar het Gaasterland, het land van het Friese bos. Theo van Renzen had gelijk toen hij ons aanraadde dit gebied zeker niet over te slaan. We zagen hem pas geleden in Afferden, hij was lyrisch over het Gaasterland en met name het plaatsje Rijs. We kwamen inderdaad door een mooie streek en een mooi plaatsje, maar daar was ook het mooie zonnige weer debet aan, dan ziet alles er vriendelijk uit. Het hotel met de “originele” naam Gaasterland dat hij ons aanraadde, lag er inderdaad mooi bij. Het was er druk, er stonden veel geparkeerde auto’s en er zaten veel mensen achter de ramen.

Verder maar weer en uiteindelijk komen we aan bij ons eerste reisdoel van deze dag: Stavoren. Staveren zeggen de Friezen.
We parkeren buiten het stadje en na 3 minuten lopen, komen we bij een haventje met allerlei bootjes die daar voor anker liggen. Ook ontwaren we een paar moderne gebouwtjes, waar de VVV in zit. Helaas gesloten … middagpauze, het is na twaalven inmiddels.
We drentelen wat rond en dan pas valt ons het standbeeld van het “Vrouwtje van Stavoren” op. Het is erg klein en staat ook wat lager op een gemetselde sokkel. We gaan het van dichtbij bekijken, maken wat foto’s en lezen het bijpassende verhaal dat erbij vermeld staat. Het doet ons wat grootte betreft denken aan het zeemeerminnetje van Kopenhagen.


Er valt veel te lezen bij het vrouwtje van Stavoren

We lopen de oude kern van het stadje binnen en komen in een straatje met veel winkeltjes, toeristenwinkeltjes wel te verstaan. We zien een aankondiging van een expositie in een galerie, die houden we in gedachten en prenten het adres (Schans 4) in ons geheugen. We komen bij een brede vaart met aan weerszijden huizen, of beter gezegd huisjes. Bij een doorkijkje tussen 2 huisjes zien we achter die huisjes een dijk opdoemen. Daar moet het IJsselmeer achter liggen en over het frisse gras beklimmen we de dijk en zien we het IJsselmeer voor ons.


Achter de dijk ligt het IJselmeer.

Het water ligt vol met zeilschepen en -scheepjes, er staat een flinke bries. Aan de overkant zien we heel vaag Noord-Holland! We besluiten boven over de dijk verder te wandelen, zien zowaar een strandje waar de spaarzame badgasten wegkruipen om zich te beschutten tegen de wind, waarna we uiteindelijk uitkomen bij een sluis met veel bedrijvigheid. Hier komen de bootjes uit het binnenland die op de Friese meren en vaarten gevaren hebben om het IJsselmeer op te varen en andersom natuurlijk. Er is enig niveauverschil maar niet veel, dus het schutten duur niet zo lang. Het is er druk en de scheepjes moeten rustig hun buurt afwachten. Nadat hier het nieuwe van af is, gaan we verder en komen we bij de aanleghaven van Stavoren, waar we in het havengebouw gebruik maken van de wc. Weer een probleem opgelost.

We lopen terug het stadje in en lopen parallel aan de binnenhaven met zijn vele ligplaatsen. De straat waar we door heen wandelen heet “Schans”, hier moet dus de galerie te vinden zijn. Maar eerst komen we bij een andere galerie/museum, gehuisvest in een klein protestants kerkje, de voormalige Gereformeerde Kerk. De naam: “De Staverse Jol”. We stappen binnen en vragen netjes aan een blonde mevrouw die in haar kantoortje bezig is of we eens mogen rondkijken? Tuurlijk mag dat en we lopen de kerk binnen. Het originele interieur is nog duidelijk herkenbaar. Schilderijen, houtsnijwerken en woondecoratie. Het aanbod is heel divers. De schilderkunst is van de maritieme schilder Teun Bakker, die geïnspireerd is geraakt door de zee en het vissersleven. We zijn niet overenthousiast maar kijken geïnteresseerd rond, we zijn de enige bezoekers. Maar dan stapt er een familie binnen die wat vluchtig rondkijkt en dan een discussie begint met de galeriehoudster, die inmiddels uit haar kantoortje is gekomen. Of eigenlijk is het alleen de vader van het gezin die het woord voert. Hij laat duidelijk merken dat hij het niet eens is met de bestemming van de kerk nu, een kerk is een gebedshuis en geen tentoonstellingsruimte. De galeriehoudster brengt hier tegen in, dat de Hervormde en de Gerformeerde Kerk in Stavoren samenwerken en de tegenstellingen tussen beide Kerken vervagen. Beide Kerken houden vieringen in één (ander) kerkgebouw en er is een groep vrijwilligers die dit kerkgebouwtje in stand houdt, waarbij de oorspronkelijke sfeer behouden blijft. Daar is de bezoeker het duidelijk niet mee eens, hij is het niet eens met het samengaan van die Kerken en ook niet met de bestemming van dit gebouwtje. Hij haalt er nog wat Bijbelteksten en schriftgeleerden bij, o.a. Dyonisius (wie dat ook mag zijn) maar ze komen niet tot een vergelijk. Wij staan er met open mond bij en verbazen ons over de starheid van deze persoon en hebben medelijden met zijn kinderen die er wat bedremmeld bij staan. Hoe zal het er thuis in dat gezin aan toe gaan? De familie verlaat het gebouw en we praten nog even met de vrijwilligster. We wensen haar veel succes met de galerie en laten haar weten dat wij in elk geval waarderen wat ze doet!

Enkele huizen (huisjes) verder komen we bij de volgende galerie, duidelijk erg verschillend van de vorige die we bezochten. In een klein huisje is een galerie gevestigd met alleen maar schilderijen die ons wel erg aanspreken. Waarschijnlijk gaan de zaken goed, want voor het huisje is een bouwvakker een mooie hardstenen stoep aan het leggen. Via een plankje stappen we binnen en zien enkele witte kamertjes met mooie frisse schilderijen die ons aan Ootmarsum doen denken. De schilder die in een achterkamertje zit, hoort ons praten en komt te voorschijn. Over een apart brilletje, een dik hoornen montuur met ronde glazen, bekijkt hij ons en begint meteen te vertellen over de stijl van zijn schilderijen en de frisheid van de kleuren. Zijn verf haalt hij uit Zwitserland en de lange zwarte streepjes maakt hij door af te plakken, korte streepjes doet hij uit de hand. Als wij opmerken dat de schilderijen ons aan Ton Schulten doen denken, schiet hij in het verweer. Die opmerking heeft hij wel vaker gehoord, maar hij schilderde al in deze stijl voordat iemand ooit iets over Ton Schulten gehoord had. Vanaf dat moment is de sfeer wat ijzig en is het gesprek ten einde. We zien aan de handtekening die in stilistische blokletters op zijn “meesterwerken” staan, dat hij Kees Kooij heet.


De kunst van Kees Kooij

In het achterkamertje zit ook nog zijn vrouw. Een vriendelijke dame waar we een geanimeerd gesprekje mee houden over schilderkunst, hobby’s, ed.. We hebben het gezien hier, nemen een folder mee en verlaten het pand. Kees is weg, hij is nergens meer te zien.

We lopen terug naar het haventje waar het vrouwtje van Stavoren staat en waar het VVV-kantoor nu wel open zal zijn. Ik wil nog een vlaggetje van Friesland hebben en dat zullen ze daar wel verkopen. Inderdaad, voor € 2,25 helpt een vriendelijk Fries meisje me aan mijn nieuwste verzamelobject. Buiten gaan we in het zonnetje zitten op een bankje en eten ons meegebracht broodje op. Voor ons stopt een groep mensen die luisteren naar een gids, die de geschiedenis van Stavoren vertelt en wijst op het standbeeld van het Vrouwtje. We kunnen goed horen wat hij vertelt.

Dan begint hij te vertellen over een trein die door een stootblok was gereden en midden door een huis was gereden.
Ik herinner me inderdaad dat dit ongeluk pas geleden in het nieuws is geweest. Dat huis was een winkel voor scheepsbenodigdheden en is nu gevestigd is een modern gebouwtje naast het VVV-kantoor. Hij vertelt dat het nog nooit zo druk is geweest in Stavoren door de vele ramptoeristen. Hij wijst in de richting van een omheind huis. Nu pas zien we wat daar gebeurd is. Het is ons niet eerder opgevallen, het ziet er uit alsof daar gebouwd wordt. We besluiten toch maar eens om het van dichtbij te bekijken en zien, als we door het hekwerk (dat afgedekt is met zeilen) gluren dat wat wij dachten dat 2 huizen waren eigenlijk één huis is geweest. Het hele middenstuk is weg. Ook zijn duidelijk de sporen te zien, hoe de trein de stootblok geramd heeft, de herstelde bestrating waar de trein gereden heeft en de twee halve woningen.

Veel is al opgeruimd, maar het verloop van die gebeurtenis is nog goed te reconstrueren en maakt ons bewust van de enorme krachten die door zo’n locomotief ontwikkeld worden. Tussen het huis en de stootblok stond een (gelukkig) lege tankwagen, die de klap nog voor een deel heeft opgevangen.

Later heb ik op internet naar dit ongeluk gezocht. Op maandag 26 juli 2010 stond dit artikel in de Telegraaf:

Treinongeluk Stavoren

Een onderhoudstrein met vier à vijf wagons is zondagavond dwars door een winkel een plein opgereden bij het station van het Friese plaatsje Stavoren. De ravage is enorm.

Ravage ge

Het is een grote ravage rondom de plek van het ongeluk. Overal liggen afgebroken stukken hout, rollen touw, scheepsboeien en laarzen''. Meneer de Groot is blij dat het ongeluk niet overdag is gebeurd: „Stel je voor dat de trein overdag, met mensen in het pand, de zaak was binnengereden. Dan had ik het hier niet over de materiële schade gehad. '' De schade voor de winkeleigenaar loopt in de tonnen: „Onze zaak en tankwagen zijn total loss. Voor ons is het toeristische seizoen nu afgelopen'', aldus De Groot.
De onderhoudstrein met negen wagons reed zondagavond dwars door de stootblokken op het station van Stavoren. Twee mensen in de bestuurderscabine van de trein raakten lichtgewond.

Eruit!it!

René Vervaart fietste zondagavond rond half 12 terug van een avondje stappen toen hij plotseling een ,,enorme dreun'' hoorde. Vervaart besloot een kijkje te nemen bij het station en tot zijn grote schrik zag hij hoe de trein de winkel in tweeën had gedeeld. In het donker keek hij in de bestuurderscabine, waar hij de machinist aantrof. „Die riep: Eruit! Eruit!” Die man was in shock. Hij sloeg het raam in en ging de trein uit. Toen begreep ik dat er niet meer mensen in de trein zaten'', vertelt de ooggetuige aan het Reformatorisch Dagblad.

Zo, nu hebben we alles wel gezien en lopen terug naar de auto. We zetten koers naar Hindeloopen, ongeveer 10 kilometer rijden. De navigatie brengt ons naar een paaltje midden op de weg, dus we vertrouwen maar op de wegwijzers van de ANWB. Een groot deel van de route loopt langs het IJsselmeer maar we zien er niets van door een hoge dijk. Na ons toch nog een keer verreden te hebben arriveren we uiteindelijk ook hier op een parkeerplaats even buiten het stadje. Hier staan veel auto’s geparkeerd, het is dan ook een goed idee om die auto’s uit de binnenstad(je) te weren. We hebben er “graag” een euro voor over aan parkeergeld.
Over een smal wandelpad lopen we Hindeloopen binnen en komen meteen bij de haven en de toegangsvaart naar de kern. Hier is een brug en een sluis. Veel mensen (toeristen) staan hier te kijken naar de bedrijvigheid van aankomende bootjes en even later gaat inderdaad de brug omhoog en vaart een bootje de sluis binnen.


 

Het huisje van de sluiswachter is in bezit genomen door een kunstenares die haar expositie in de tuin heeft, haar beelden lijken wel van papier-maché?! Die tuin ligt aan beide zijden van het huis, we moeten afdalen van brughoogte naar waterhoogte. Er is niet veel belangstelling voor haar kunst, terwijl toch veel toeristen neerkijken vanaf de brug op haar kunstvoorwerpen. Ook wij hebben het vlug gezien, hoewel we het toch wel weten te waarderen.
We gaan linksaf het dorpje binnen, maar beklimmen eerst de hoge dijk. Hindeloopen ligt echt achter de dijk, het IJsselmeer is alleen te zien als je boven op de dijk staat. Voor de mensen die op het terrasje zitten van café-restaurant “De Drie Harinkjes” is dat wel jammer, maar dan moet je maar niet op een terrasje gaan zitten.
De straatjes zijn smal, de huisjes zijn klein en er lopen veel mensen rond. We zien ook weer de “prediker” met zijn gezin lopen, die we ontmoet hebben in het kunstkerkje van Stavoren. Al met al, er is van alles te zien, vooral veel toeristen-winkeltjes. We kopen niks, we kijken alleen maar. De aangeboden waren zijn voor ons ook niet zo interessant.
Zo komen we tenslotte bij de kerk met een wel erg hoge toren, maar die bezoeken we later. Uit mijn voorbereiding weet ik dat in Hindeloopen een museumpje moet zijn met volkskunst. Inderdaad, in het voormalig stadhuis bij de kerk is een museum gevestigd.
We stappen binnen ter verkenning, maar worden meteen opgevangen door een oudere dame die blij is met haar nieuwe klandizie. Ze duwt ons meteen papieren met een rondleiding in de handen en begint de collectie aan te prijzen. Nou vooruit, voor € 6 mogen we allebei naar binnen, met als extra service dat we onze rugzakken bij haar mogen laten, zij zal er op passen. De pronkstukken van het museum staan verzameld in een drietal kamers en bestaan voornamelijk uit gebruiksvoorwerpen die in vroegere tijden door de bewoners van Hindeloopen gebruikt werden, versierd met zg. Hindeloopse volkskunst. Ik vind er niet veel aan, maar om nou meteen naar buiten te lopen is ook al zo wat.

Buiten het museum staan enkele bankjes, even zitten want we beginnen onze benen te voelen en laten meteen de omgeving op ons inwerken. Het is hier rustig, we zien weinig toeristen. Het is bijna half vijf zie ik op de kerktoren, het lijkt wel of die toren scheef staat. Rond de hele kerk is het kerkhof, een grasveld met merendeels platte grafzerken, afgeschermd door een houten hekwerk van een meter hoog. Zo wordt onze aandacht verlegd naar de kerk, die we dan ook binnengaan.
Aan de achterzijde vinden we een opening in het hekwerk en stappen een, in onze ogen, typisch protestantse kerk binnen: kaal en sober! In een folder lees ik nog dat in deze kerk sinds 1973 de Gereformeerde Kerk en de Hervormde Kerk samenwerken en bijvoorbeeld één voorganger hebben. Oei, als dit de “prediker van Stavoren” maar niet hoort en ziet!!

We verlaten nu het historische gedeelte en komen op plekken waar de huizen van recentere datum zijn. Wel zijn ook hier de straatjes smal en de bruggen talrijk. We volgen bordjes met een pijl waar “Schaatsmuseum” op staat. Of we er binnen zullen gaan weten we nog niet, eens kijken hoe het er van buiten uitziet!
Bij een prachtige straatnaam “Lage Weide”, vinden we Het Eerste Friese Schaats-museum volgens de officiële naam. Het museum heeft een winkeltje, waar we ook naar binnen moeten om de entree te betalen.
“Valt hier ook wat te zien?”, vraag ik de mevrouw die achter de toonbank staat. Na de ervaring in het vorig museum, probeer ik me eerst te informeren over het gebodene. Ze laat me duidelijk weten dat hier heel veel te zien is: “Een uit de hand gelopen verzameling van haar man!”.
Het schaatsmuseum heeft de grootste schaatscollectie ter wereld, heeft originele werkplaatsen, veel over de Elfstedentocht en ga zo maar door. Het museum is groot en heeft zoals beloofd inderdaad een enorme verzameling van alles op schaatsgebied. Op den duur kan ik geen schaats meer zien en besluiten we om koffie te drinken bij dit museum, want een restaurantje hebben ze ook nog.


Buiten op een overdekt terras zitten we langs de waterkant van een brede sloot te genieten van de namiddagzon. In het water drijven waterlelies en zwemmen waterhoentjes. Hier is het goed toeven, maar niet voor lang. We lopen nog eens langs het winkeltje waar een theehanddoek wordt gekocht, die een week later ten onze huize de bovenkant van de lage koelkast siert, waarna we ons op weg maken om de maag te vullen. Eerst terug naar de auto en onderweg zullen we wel iets vinden waar we kunnen eten!

We arriveren in Balk, een groter plaatsje met ook hier midden in de hoofdweg een brede vaart, maar we vinden niets wat in onze ogen geschikt is om te eten. We besluiten wel om wat boodschappen te doen in de plaatselijke supermarkt C 1000.
Verder naar het plaatsje Sloten , hier moet toch iets te vinden zijn. We parkeren aan de rand van het stadje en zien een grote tent. Hier is iets te doen, een feest dat iets te maken lijkt te hebben met de pleziervaart.


Verkennen van Sloten

We besluiten het plaatsje te verkennen en merken al vlug dat het hier erg druk is, vooral bij de restaurantjes. Nee, ook dit is niet uitnodigend en na de bezichtiging van Sloten, wat ook weer vlug gebeurd is besluiten we om terug te gaan naar ons in hotel in Wolvega om aldaar iets te nuttigen.

We kunnen op dit late tijdstip nog terecht en eten aan tafel 806 een gegrilde zalm en een Black Angus Entrecote. Wij zijn de laatste gasten in het restaurant en wanneer kelner Eric komt vragen tijdens het diner of we nog extra frites willen en dit bevestigen, ontstaat er een probleempje. De kok heeft de friteuse al uitgezet, het kan dus even duren! De extra frites hebben we dan ook maar opgegeten toen de rest al lang op was. Er staat 21:48 uur op de bon, wanneer we voor € 42 afrekenen.

dag 3 >>>>>>

dag 1
Kampen
Wolvega
 
dag 2
Stavoren
Hindeloopen
Balk
Sloten
 
dag 3
Franeker
Leeuwarden
 
dag 4
Workum
Sneek
Joure
Thialf
 
dag 5
Vledder
 
 
naar boven

terug naar pagina "Trips in Nederland"