| |
|
zaterdag - 14 aug 2010 -
dag 5 : Vledder
In het hotel vind je veel foldertjes van attracties in de omgeving van Wolvega.
Een van die folders heeft ons attent gemaakt op het Museum van de Valse Kunst in het Drentse plaatsje Vledder.
Nog nooit van dit plaatsje gehoord, maar dat hoeft de pret niet te drukken.
Nadat we uitgecheckt hebben, nemen we afscheid van Friesland en zetten koers in zuidelijke richting,
maar eerst nog naar het museum. De grens tussen Friesland en Drenthe passeren we zonder dat we het merken,
maar het valt wel op dat de Friese groene weilanden plaats maken voor veel bomen en bossen.
We naderen ons doel voor vandaag en even later rijden we het brinkdorp
Vledder binnen
en parkeren op de parkeerplaats bij het museum.
We zijn vroeg, er staan weinig auto’s.
Bij de kassa staan enkele jonge meisjes, over een half uur begint een rondleiding vertellen ze, mits er voldoende bezoekers zijn.

Het museum ligt achter dit fraaie
woonhuis.
We komen in een mooi onderhouden laag gebouw, waar we aanvankelijk alleen glaskunst zien.
Wat heeft dit nu met valse kunst te maken? Het is ons niet helemaal duidelijk. r>
Gelukkig gaat de rondleiding beginnen. Een oudere mevrouw stelt zich voor als een vrijwilligster
en vertelt eerst iets over het ontstaan. Dit museum blijkt ook een uit de hand gelopen hobby te zijn
(net als het Schaatsmuseum) van een leraar Engels en zijn vrouw, Henk Plenter en Erna Jansen.
Hij kocht ooit een kunstwerk van Matisse en later bleek dit schilderij vals te zijn.
Dit bracht hem op het idee om ook vervalsingen te verzamelen.
De rondleidster begint te vertellen:
“Er is maar één Museum Valse Kunst in de wereld en dat staat dus in Zuidwest Drenthe in het fraaie brinkdorp Vledder.
Alles wat duur is, wordt vervalst: gouden sieraden, edelstenen, merkkleding, Breitling- en Rolex-horloges,
bankbiljetten, munten, Egyptische mummies, zeldzame vazen, de dagboeken van Hitler en natuurlijk schilderijen.
Er zijn meer valse Van Goghs dan echte. Criminelen weten op heel veel manieren hun slachtoffers op te lichten.
Enkele van de bekendste vervalsers uit Nederland zijn: Han van Meegeren: vervalste in de jaren dertig
en veertig met sukses de 17-de eeuwse Hollandse meester Vermeer.
Geert Jan Jansen: werd enkele jaren geleden op een Frans kasteel gearresteerd met 1600 moderne valse meesters om zich heen,
waaronder Picasso, Matisse, Chagall en Karel Appel.
Beide meester-vervalsers zijn in Vledder te zien naast tientallen andere met soms ook echt werk onder hun eigen naam.
Vervalsers zijn soms beperkte lieden, die niet goed genoeg zijn om onder eigen vlag te kunnen varen.
Wat te denken van een Filarski vervalser die signeert met Filarki? Aan een vals kunstwerk is vaak nauwelijks te zien
dat het niet in orde is. Je moet weten waar je op moet letten. Hoe een vervalser te werk gaat.
Hoe je kunt voorkomen dat je zelf voor een echte prijs een vals werk aanschaft.
Een deskundige rondleiding is daarbij onmisbaar.”
Nou, die deskundige rondleiding hebben we gehad. Toch begrijp ik het nog niet helemaal.
We staan voor het schilderij de Emmaüsgangers van de beroemde Delftse schilder Vermeer, een vervalsing beweert de gids.
“Hoe kan dat nou”, vraag ik, “wanneer er van zo’n bekend schilder twee exemplaren zijn, dan móet er toch
één vals zijn?” Ik heb het inderdaad niet begrepen. Een vervalser maakt een nieuw schilderij in de stijl
van een bekende schilder en zet daar een valse handtekening onder.

Vervalsing Emmaüsgangersrs
In de kunstwereld bestond al lang het idee dat Vermeer ook Bijbelse schilderijen gemaakt zou hebben,
maar die zijn nooit boven water gekomen. Vervalser Van Meegeren maakte hier gebruik en misbruik van
en ontwierp zelf een schilderij in de stijl van Vermeer: de Emmaüsgangers.
“Hè, hè, ik snap het!”
Even later sluit de eigenaar en zijn jonge vrouw nog even aan bij de groep en begint meteen honderduit te vertellen.
Hij hoort meteen dat wij uit Limburg komen. Een mevrouw uit de groep die dit hoort, vertelt daarop dat zij uit Roermond komt!
De eigenaar Henk Plenter ziet er slecht uit en lijkt ernstig ziek,
het is duidelijk dat hij zelf geen rondleidingen meer kan geven.
(Later in het jaar, lees ik op de website van het museum, dat hij enkele maanden later - op 10 oktober 2010 - is overleden.)
Wanneer we weer buiten staan, rijden we een eindje terug waar we een supermarkt gezien hebben.
In de Dorpsstraat 32 ligt een knusse Coop-winkel van de familie Simonides. Kopen enkele krentenbollen,
een kaas-ui broodje en wat drinken. Daarna zoeken we de brink van het dorp op waar we een bank hebben gezien.
We vinden het nog altijd een prachtige plek zo midden in het dorp, een groot grasveld met krachtige hoge bomen.
Daar eten we onze broodjes op, het zonnetje schijnt lekker en we kijken naar de bezigheden van de buurtbewoners
die rond de brink wonen: autowassen, grasmaaien en in de tuin werken.
Even later rijden we weer terug over de weg zoals we gekomen zijn en bij Steenwijk gaan we de autosnelweg op
om enkele uren later bij Echt de A2 te verlaten. We zijn thuis.
terug naar dag 1 >>>
|
|
|